Is bivakkeren toegestaan in de Ardennen?

26.08.17 | Gautier Beaujean | Milieu Toerism
Heel wat natuurliefhebbers doen regelmatig aan wildkamperen. De juridische regeling van die activiteit verschilt, afhankelijk of ze in dan wel buiten het bos plaatsvindt. Bivakkeren in het bos Artikel 19 van het Boswetboek stelt: “Onverminderd artikel 27 is het tijdelijk verblijf verboden buiten de daartoe voorziene gebieden.” Het tijdelijk verblijf is het “verblijf tijdens een periode van minder dan 48 uur, uitgezonderd het verblijf in een caravan of motorhome” (art. 3, 23° van het Boswetboek). Bivakkeren is in principe dus verboden in het bos. De wet voorziet echter in twee uitzonderingen. Enerzijds de “deelnemers aan jeugdactiviteiten, ingericht door ofwel jeugdbewegingen ofwel verenigingen die activiteiten verzorgen voor jongeren, en de deelnemers aan begeleide bewegingen met een pedagogisch of therapeutisch doel” (artikel 27). Anderzijds mag er wel worden gebivakkeerd in de “daartoe voorziene gebieden”. a. Jeugdbewegingen, bewegingen met een pedagogisch of therapeutisch doel Artikel 14 van het Besluit van de Waalse Regering betreffende de inwerkingtreding en de uitvoering van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek stelt: “Elke beweging of vereniging die van de bepalingen bedoeld in artikel 27 van het Boswetboek wilt genieten, moet aan de betrokken houtvester haar voornemen meedelen om toegang te krijgen tot één of meerdere afgebakende zones minstens 15 dagen vóór het begin van de activiteit. De bewegingen of verenigingen van de gemeente of van de naburige gemeenten kunnen hun kennisgeving voor een jaar indienen.” De gegevens van de houtvesters zijn beschikbaar via de volgende link: http://environnement.wallonie.be/dnf/servext/adsednf.htm b. De daartoe voorziene gebieden Die zones worden aangegeven door middel van de volgende ‘bebakening’: Op de website www.bivakzone.be kunnen de kaarten en de gegevens van de verschillende zones voor ‘tijdelijk verblijf’ worden geraadpleegd. Op die locaties mag iedereen dus minder dan 48 uur verblijven, zonder enige vergunning. De algemene gedragsregels die ook gelden in bossen (eerbiediging van de rust, enz.) moeten uiteraard worden gerespecteerd. Buiten het bos Op privéterrein is wildkamperen, behalve aan de toestemming van de eigenaar van het terrein, ook onderworpen aan een caravanvergunning, indien het gaat om een terrein waarop gewoonlijk of bij gelegenheid wordt gekampeerd en een caravan wordt geplaatst door meer dan 10 personen tegelijk, of waarop meer dan 3 verblijven staan. Een verblijf is een tent, wegencaravan, caravan van residentieel type zonder woonlaag, motorhome of gelijk welk ander soortgelijk verblijf, die niet ontworpen zijn om als vaste woning te dienen. Er wordt echter geen caravanvergunning vereist indien gedurende maximum 60 dagen per jaar wordt gekampeerd door groepen die lid zijn van een door de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap, of nog door de bevoegde overheid van elke lidstaat van de Europese Unie erkende jeugdorganisatie en alleen tenten als kampeerverblijf gebruiken. Indien de verblijven langer dan 60 dagen ter plaatse blijven, is er bovendien ook een voorafgaande stedenbouwkundige vergunning vereist. 3. Toegestaan op de openbare weg Luidens artikel 43 van het besluit dd. 4 septembre 1991 van de executieve van de Franse Gemeenschap betreffende de camping-caravaning, is het beofenen van de camping caraving toegestaan op de openbare weg gedurende minder dan 24 uur. Een tent kan dus geplaatst worden op een berm. Voor bepaalde gemeente is echter een specieke toestemming vereist.

Rotsklimmen in de Ardennen

26.08.17 | Gautier Beaujean | Milieu
Sportactiviteiten in de openlucht zijn de afgelopen jaren steeds populairder geworden. Om de overlast voor het milieu te beperken, heeft het Waals Gewest het rotsklimmen aan een aantal voorafgaande vergunningen onderworpen. Behalve aan de toestemming van de eigenaar, is het inrichten van een rots om er klimactiviteiten te kunnen uitoefenen in het Waals Gewest onderworpen aan een globale vergunning, die de milieuvergunning en stedenbouwkundige vergunning omvat. De criteria voor het afgeven van die globale vergunning zijn dezelfde als voor de milieu- en de stedenbouwkundige vergunning. Het gaat uitsluitend om een administratieve vereenvoudiging: men hoeft niet langer twee dossiers in te dienen – één dossier volstaat. Indien de rots zich in een Natura 2000-zone of een beschermde site bevindt, is het systeem van de globale vergunning niet van toepassing en heeft men twee vergunningen nodig: een stedenbouwkundige vergunning en een milieuvergunning. Indien een van beide ontbreekt, mag de activiteit niet worden uitgeoefend. a. Milieuvergunning Luidens rubriek 92.61.17 van de bijlage I van het Besluit van 4 juli 2002 van de Waalse Regering tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten zijn de installaties of inrichtingen op een natuurlijke rotswand voor sport of recreatie, klasse 2-activiteiten. Klasse 2-activiteiten zijn onderworpen aan een milieuvergunning conform artikel 10 van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning. Rubriek 92.61.17. verduidelijkt dat het advies van het Département de la Nature et des Forêts (DNF) vereist is. Dat is doorslaggevend voor het verkrijgen van voorgemelde vergunning. Het DNF onderzoekt of het project significante gevolgen heeft voor Natura 2000. Indien dat het geval is, brengt het een negatief advies uit. Het dossier voor de vergunningsaanvraag moet in ieder geval één passende beoordeling voor Natura 2000 bevatten, opgesteld door een gespecialiseerd studiebureau. b. Stedenbouwkundige vergunning Om de stedenbouwkundige vergunning te kunnen afgeven, moet de overheid met name nagaan of de activiteit conform is met het plan van aanleg. De meeste rotsen bevinden zich in bosgebied, waar klimmen verboden is. Het WWROSP (of CWATUPE in het Frans) voorziet evenwel in de mogelijkheid om daarvan af te wijken, indien de aanvraag wordt ingediend door een overheid, of voor gemeenschaps- en openbare voorzieningen, namelijk activiteiten waar er geen sprake kan zijn van een determinerend winstoogmerk. Met het toekomstige Waalse Wetboek ( het zogenaamde CODT) dat binnenkort het huidige WWROSP vervangt, zal het beoefenen van de klimsport in bosgebied eenvoudiger worden. Het nieuwe artikel D. II.37, § 4 bepaalt immers: “Bosgebieden (…) kunnen uitzonderlijk, aan de rand van de bestanden, activiteiten voor het publiek voorzien om didactische doeleinden, van inleiding in het bos, observatie van het bos, of om recreatieve of toeristische doeleinden, met uitzondering van het verlenen van onderdak, voor zover de opbouw van de uitrustingen en bouwwerken hoofdzakelijk in hout worden uitgevoerd. (…) » c. Wat bij overtredingen De agenten van het DNF stellen milieuovertredingen vast in een proces-verbaal, dat wordt bezorgd aan de overtreder en het openbaar ministerie. Dat beschikt over een termijn van 60 dagen om te beslissen of de zaak al dan niet voor de correctionele rechtbank komt. Bij seponering wordt het dossier overgemaakt aan de bestraffend ambtenaar, die een administratieve boete kan opleggen. Voor dat gebeurt, dient de overtreder te worden gehoord. Tegen de beslissing om een administratieve boete op te leggen, kan nog beroep worden ingesteld voor de correctionele rechtbank, teneinde die nietig te laten verklaren.

Wetgeving outdoor activiteiten in Wallonië

24.02.16 | Gautier Beaujean | Milieu Stedenbouw
Er zijn verschillende wetgevingen die in relatie staan met outdoor-activiteiten en de daarbij behorende specifieke buitensport-activiteiten. Bedoeling van deze wetgevingen is om enerzijds ervoor te zorgen dat de veiligheid van de gebruikers wordt gegarandeerd en anderzijds dat de natuur door deze outdoor-activiteiten geen schade ondervindt. Outdoor ondernemers hebben met twee belangrijke facetten te maken waarop door de wetgever steeds nadrukkelijker wordt toegezien. Zo heeft de Waalse Minister van Milieu, Carlo di Antonio, zijn departement onlangs opdracht gegeven om na te gaan of de organisatoren van buitensport-activiteiten een vergunning hebben. Voorts of deze vergunninghouders hun activiteiten overeenkomstig de wet uitvoeren. Het is goed om de verschillende wetgevingen aan te stippen. Een outdoor- of buitensportbedrijf in Wallonië dient aan alle fiscale, sociale en economische verplichtingen te voldoen waaraan ieder ander bedrijf ook moet voldoen. Die federale materies zijn hier niet besproken. Voor outdoor-centra gelden ook nog specifieke wettelijke verplichtingen. Deze hebben dus tot doel de veiligheid van de gebruikers te waarborgen én de natuur te beschermen. De risicoanalyse Om aan te tonen dat een outdoor evenement (actief ontspanningsevenement) voldoet aan de algemene veiligheidsverplichting moet de organisator (mag de organisator zelf!!!) een risicoanalyse maken. Deze risicoanalyse bestaat uit: 1° het identificeren van de potentiële gevaren die tijdens het actief ontspanningsevenement aanwezig zijn; 2° het vaststellen en nader bepalen van de overeenkomstige risico’s voor de veiligheid van de deelnemers en derden; 3° het evalueren van deze risico’s om deze risico’s te beperken. Specifieke vergunningen: milieu, stedenbouwkundige of gecombineerde Tal van outdoor activiteiten zijn onderworpen aan het bekomen van een vergunning die vooraf geregeld moet zijn. Zo is kayakken, speleologie, rotsbeklimmen onderworpen aan een milieuvergunning. Paintballen is onderworpen aan een stedenbouwkundige vergunning. Als een activiteit tegelijkertijd onderworpen is aan een milieuvergunning en een stedenbouwkundige vergunning, dan moet in plaats van de 2 vergunningen een zogenaamde gecombineerde vergunning worden aangevraagd de «unieke vergunning» «permis unique» worden bekomen. Andere wetgevingen Afhangend van de plaats van de activiteit zal ook het Boswetboek of de Natura 2000 wetgeving van toepassing kunnen zijn. Natura 2000 legt tal van beperkingen op zoals het verbod om te bivakken, verbod om de vogels en de andere dieren te storen enz..

Onroerend goed in overstromingsgebied (Wallonië)

07.12.15 | Gautier Beaujean | Milieu Stedenbouw
Geen informatieplicht van de verkoper In Wallonië zijn verkopers en verhuurders van vastgoed niet verplicht hun potentiële klanten te informeren indien het vastgoed in overstromingsgevoelig gebied ligt. Een koper doet er altijd goed aan om zich uitgebreid te laten informeren indien hij in Wallonië onroerend goed aan wil kopen. De informatie of een onroerend goed voldoet aan de wettelijke voorschriften is te krijgen via de gemeente waarin het onroerend goed zich bevindt. Ook kan men via de gemeente aan de weet komen of een onroerend goed in een overstromingsgebied ligt of deze website raadplegen. Drie soorten risicozones in een overstromingsgebied Drie soorten risicozones worden afgebakend in overstromingsgebieden : de rode zones waar het risico van overstroming groot is (« hoge voorkomingsomtrek van het overstroombare gedeelte »), de oranje zones waar het risico van overstroming gemiddeld is (« de gemiddelde voorkomingsomtrek van het overstroombare gedeelte »), de gele zones waar het risico van overstroming klein is (« de geringe voorkomingsomtrek van het overstroombare gedeelte »). Juridische gevolgen - Verzekering : Als het goed gelegen is in een zone waar het risico van overstroming groot is (rode zone), dan kan de verzekeraar weigeren om dekking voor overstroming te verlenen voor gebouwen en uitbreidingen van bestaande gebouwen (artikel 129 van de Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen). - Stedenbouwkundige vergunning : Bouwen in een overstromingsgebied is verboden of onderworpen aan strenge voorwaarden (artikel 136 van het CWATUPE). Een omzendbrief dd. 3 januari 2003 betreffende de aflevering van vergunningen in de zones die gemakkelijk overstroomd kunnen worden en de strijd tegen het ondoorlatend maken van de grond, geeft richtlijnen die de administratie moet volgen bij het verlenen of weigeren van de vergunning. - Beperking bij het uitbaten van een camping : De hoge voorkomingsomtrek van het overstroombare gedeelte van een toeristisch kampeerterrein mag geen residentiële kampeerder ontvangen. Het kan kampeerders op doortocht ontvangen en tijdens de periode van 15 maart tot en met 15 november, seizoenskampeerders. In de hoge voorkomingsomtrek van het overstroombare gedeelte van een toeristisch kampeerterrein is elke bouw, elke inrichting, elke stacaravan of elke vaste installatie die het lozen van het water zou kunnen hinderen, verboden behalve als laatstgenoemde beschikt over een stedenbouwkundige vergunning. De gemiddelde en geringe voorkomingsomtrek van het overstroombare gedeelte van een toeristisch kampeerterrein mag kampeerders op doortocht, seizoenskampeerders of residentiële kampeerders ontvangen. In de gemiddelde voorkomingsomtrekken van het overstroombare gedeelte van een toeristisch kampeerterrein moeten de volgende bijkomende maatregelen getroffen worden : - de luifel en voortent in zeil en de andere gelijksoortige inrichtingen alsmede de buitenmeubels worden voor de periode tussen 15 november en 15 maart weggenomen; - elke bouw, elke inrichting, elke stacaravan of elke vaste installatie die het lozen van het water zou kunnen hinderen en die gelegen is op minder dan 25 meter van de oever van de waterlopen is verboden behalve als laatstgenoemde beschikt over een stedenbouwkundige vergunning.
Catégories